|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10-4-2005 | Zoals beloofd komen we nog even terug op de Pantanal. Dit is een enorm moerasgebied op de grens van Bolivia en Brazilie met een grote diversiteit aan vogels. Aangezien het regentijd was zaten we wederom veel in een kano. Onderstaande foto's geven een idee van wat je er zoal ziet en doet. Na de Pantanal stond de reis naar Bolivia op de agenda. Dit was een stuk waar we wel tegenop zagen aangezien we nergens duidelijke informatie over de staat van de weg en de formaliteiten konden vinden. In november hadden een stel Bolivianen ons in Patagonie een bepaalde route aangewezen. Deze was volgens hun het minst slecht. Ze hadden ons voorspeld dat we er tussen de drie en tien dagen over zouden doen, afhankelijk van de regen. We hadden geluk, het was kurkdroog waardoor we in plaats van onder de modder onder het rode stof zaten. Maar dit namen we graag voor lief want we konden dit traject erg snel afleggen waardoor we wat meer tijd hebben voor de Andes. Eenmaal in de bewoonde wereld zijn we via de Jezuieten-route (dit zijn 7 Missieposten van de Jezuieten, waarvan we er drie bezocht hebben) naar Santa Cruz gegaan. Hier moesten we wederom naar de garage voor de auto. Er kwam een vreemd geluid onder de motorkap vandaan. We hebben met z´n allen lekker gespeculeerd over de ernst van de zaak (van versnellingsbak tot krukas), waardoor we toch wat zenuwachtig werden. Uiteindelijk viel het reuze mee: de V-snaren waren tot op de draad versleten. Vandaag uit Santa Cruz vertrokken, door de Andes op weg naar Cochabamba. Op verzoek van de chauffeur controleert de familie Van Rijn de diepte van het water op de weg naar de pousada in de Pantanal. Een gigantische ooievaar, de typische vogel van de Pantanal. Het beest kan zo'n meter hoog met een spanwijdte van drie meter worden. Nog een vogel in mooi licht. Een havik in volle vlucht. Een half uur genoten van hoe deze vogel jaagt. Deze kaaiman is in de natte tijd, wanneer het voedsel moeilijker te vinden is, te lokken met een visje. 's Avonds strijken honderden Ibissen met een hoop kabaal neer in deze struiken om te slapen. Op het progamma stond ook het vissen naar Piranha's. Een grote aanfluiting. Twee uur voor drie ondermaatse visjes zitten hengelen. De omgeving maakte alles goed. De vooraf gevreesde weg, kurkdroog. We waren allevier behoorlijk onder de indruk van de bittere armoede. Een van de Jezuietenkerkjes. Af en toe moet er ook getankt worden. Er wordt door de pompbediende flink aan de auto geschud om er maar zoveel mogelijk extra druppeltjes in te krijgen. Uitstappen is daarom raadzaam. Deze brug dient voor zowel de trein als al het wegverkeer van Santa Cruz richting Oost-Bolivia en Brazilie. Om en om, met veel geduld. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7-4-2005 | Even een teken van leven. Na bijna drie en een halve maand Brazilie was het even wennen maar we zitten nu echt in een ander land, in Bolivia. Het Portugees heeft weer plaatsgemaakt voor het Spaans, en de omschakeling verloopt niet helemaal soepel. Veel woorden halen we door elkaar. We verbazen ons erover hoeveel Portugees we hebben opgepikt en hoe lastig het is dit af te leren. Zoals jullie begrepen hebben zijn de ouders van Angelique ons komen vergezellen, met de nadruk op het laatste. Na zeven maanden is het erg leuk elkaar terug te zien. Ons eerste plan om meteen vanaf het vliegveld van Cuiaba naar de Pantanal te rijden viel in duigen omdat de schokbrekers die zelfde dag om vier aankwamen uit Chili. De eerste avond lekker gegeten en bijgekletst, waarna we de volgende dag alsnog naar de Pantanal zijn gereden. Hier hebben we drie dagen te paard, te voet en per kano van de natuur genoten. Foto`s volgen nog. Nu dus in Bolivia. Het rondrijden hier is een heuse papierwinkel. Na enkele formulieren en talloze stempels aan de grens bleek er iets te ontbreken. Het ging om een `Orden del Traslado` (toestemming om hier te mogen rijden), in de praktijk niets meer dan een stempelformulier waarop de vele politiecontroles een stempeltje mogen drukken. Eerste indrukken zijn heftig. We hadden in Brazilie al wat armoede gezien maar dit is echt vreselijk arm. Je waant je in Afrika. Mensen zijn mooi en vriendelijk, leven in hutjes van leem en stro. Politieagenten vragen om een `colaboracion`, een bijdrage in de vorm van wat kleingeld. Binnen enkele dagen meer, ook over de Pantanal. De eerdere verhalen over Brazilie zijn verplaatst naar Brasil. Bijkletsen kan ook liggend. Marin en Marieke genietend van de zonsondergang in de Pantanal. Voor de ouders van Angelique was het voor het eerst. Erg gelachen. Aangezien men hier in Bolivia erg katholiek is, is dit nieuws als een bom ingeslagen. Vlaggen halfstok en de kranten hebben het over niets anders.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
27-3-2005 | Weer terug in Manaus na een adembenemende ervaring in de Amazone, in het Mamirauá-reservaat. Dit is een nat-regenwoud, wat zoveel betekent dat het in de regentijd (nu dus) bijna geheel onderwater komt te staan. Het is een totaal eigen eco-syteem, met minder hoge bomen zoals je bij een jungle verwacht, maar met andere soorten planten en bomen omdat dit type gebied andere eigenschappen vraagt om te overleven. We verbleven in houten, sfeetvolle drijvende huisjes midden in het reservaat, zo`n drie uur varen vanaf Tefe. Hier waren we in twee etmalen met de boot vanaf Manaus naar toe gevaren. Jullie begrijpen, ver weg van de bewoonde wereld. De reis met de Rei Davi was uiteindelijk een genot, een beetje tegen de verwachtingen in. Reizen over water is enorm rustgevend en het uitzicht was indrukwekkend groen.
In Mamirauá zelf werd je druk bezig gehouden. Drie keer per dag ging je met z`n tweeen per kano, met z`n zessen per motorboot of te voet er op uit om dieren te zien en van het regenwoud te genieten. Soms was het hilarisch om te zien hoe twaalf paar ogen van toeristen zich blindstaarden op het overweldigende groen om dat mooie vogeltje, dat er volgens de gids moest zitten te ontdekken. We hadden een checklist gekregen om bij te houden wat we zagen. Resultaat na vier dagen: roze en grijze rivierdolfijnen, kaaimannen, luiaards, vijf soorten apen, spinnen, ratten, leguanen reuze padden en kikkers, eekhoorns en 55 soorten vogels, van papagaaien, ara`s, toekans tot bijzondere watervogels als een zwarte pelikaan. En verder een hoop vis en nog meer muggen. Het Mamirauá-reservaat werkt nauw samen met de plaatselijke bevolking, dit ondermeer om draagvlak voor natuurbehoud te creeren. De gidsen en al het het personeel komen uit de omliggende dorpen. Kortom, we hebben zeer genoten van de mensen, de dieren en de natuur. En het slapen met het concert van het regenwoud op de achtergrond is onvergetelijk indrukwekkend. Het is geen seconde stil. Terug naar de realiteit. Zodadelijk vliegen we terug naar Brasilia. Auto oppikken (hopelijk zijn de schokbrekers uit Chili aangekomen) en dan door naar Cuiaba om op vrijdag 1 april Angelique`s ouders op te pikken. Met hun rijden we door naar de Pantanal, weer een natuurgebied. Dan door naar Bolivia. Als antwoord op Patricks vraag: het aantal door Ad uitgevoerde reparaties aan de auto valt mee. Is op een hand te tellen (vervangen claxon, antenne, lampjes, vastdraaien wat los is getrild en vervangen olie en zo). Vlakbij Manaus komen de twee rivieren die vanaf dat punt samen de Amazone vormen bij elkaar. De Rio Negro komt uit Columbia en is zwart, de Solimoes komt uit de Peruaanse Andes en is creme. Ze mengen niet meteen maar stromen kilometers lang naast elkaar. Wij sliepen zoals al gezegd in een hut, maar voor overdag hadden we ook een hangmat bemachtigd. Deze hing tussen de mensen die er letterlijk 48 uur in hebben gehangen. Aparte sfeer. Ze hadden erg veel lol om te zien hoe wij druk bezig waren het ding goed op te knopen. Hoeveel toeristen zullen al wel niet naar beneden gedonderd zijn? Hingen we niet in de hangmat, dan zaten we op het bovendek. Door de extreem felle zon hield je het hier niet erg lang uit. Een tropische bui in aantocht. En wat viel er dan te zien vanaf de boot? Voornamelijk bos. En af en toe een hutje. `s Avonds werden we verrast op een prachtig schouwspel. In Tefe ontbijten op de markt met de lekkerste cake ooit. Alle vervoer gebeurt hier per boot. Van mensen tot fruit en vlees, alles gaat over het water. Wat zal de Keuringsdienst van Waren hier over zeggen? Gezien we in het regenseizoen zitten loopt een groot gedeelte van het gebied onder water. verschil tussen hoog- en laagwater bedraagt zo`n 15 meter. Hierdoor kun je met de kano het bos verkennen. Nadeel is dat echt wandelen beperkt is, maar door de geruisloosheid en de hoogte zijn de dieren beter te zien. En dan ziet het er zo uit. Het geluid is helaas niet beschikbaar. Reuzewaterlelie. Deze lievertjes zwommen rondom onze drijvende huisjes. Angelique werd een nacht wakker van geplons en zag tientallen van deze kaaimannen en zoetwaterdolfijnen voor ons balkonnentje jagen en zwemmen. Een brulaap. De naam zegt genoeg. Het leek soms alsof de oorlog was uitgebroken. Het geluid deed Ad denken aan de zondagen dat er in Baarlo (3 kilometer van Tegelen) autospeedway-races waren. Zoek de leguaan. Dit is een witte Uakari-aap, ook wel de Engelse aap genoemd. Dit komt door zijn witte lichaam en een knalrode kop. Uiterst zeldzaam. Dit dier is minder zeldzaam. Wel zeldzaam is een luiaard in actie te zien. En er een met jong op de rug te zien bewegen (!) is toch wel bijzonder. Je voelt je best klein in het grote bos. De gidsen van Mamirauá komen uit de omliggende gemeenschappen. De meesten zijn afstammelingen van Indianen. Hierdoor mooie karakteristieke hoofden. Dit is Tote, voornamelijk onze gids. Alle mooie impressies werden in de hangmat verwerkt zowel psychisch als op een checklist. Spreekt voor zich. Zonsondergang op de Japura-rivier.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18-3-2005 | We moeten even terugkomen op iets wat we de vorige keer hebben gemeld. Toen vertelden we dat we op de terugweg naar het zuiden waren, immers Fernando de Noronha was het meest noordelijke punt. Maar dat klopt niet. Momenteel zitten we in Manaus en dat ligt net iets dichter bij de evenaar dan Fernando de Noronha. Manuas is een springplank voor de Amazone, vanwaar uit vele jungletochten vertrekken en waar in de omgeving veel luxe jungle resorts te vinden zijn. Ook voor ons is het die springplank, alleen gaan wij iets verder weg. Morgenochtend (zaterdag) vertrekken we met de boot ´Rei Davi´ naar Tefe. Deze boot is een normale manier van transport in de Amazone, dus geen luxe of busladingen toeristen, maar lokale reizigers die hun eigen hangmat ergens op de boot ophangen. Wij hebben echter een cabine weten te bemachtigen. Dit stelt niet heel veel voor, maar hierin kunnen we onze bagage veilig kwijt en een bed slaapt iets beter dan een hangmat, zo weten we uit ervaring. En, tot onze grote verbazing, ons hok heeft airco!! In totaal zullen we drie dagen en twee nachten op de Rei Davi vertoeven voordat we in Tefe aankomen. Van hieruit vertrekken we dinsdagochtend per kano naar Mamiraua (zie www.mamiraua.org.br). In het kort: het is een project in de jungle dat wetenschappelijk onderzoek en toerisme combineert. De verhalen en foto´s volgen binnenkort.
Nu even achterom kijken: Na het vertrek van Bart stond ons een lange reis voor de boeg. We moesten in een paar dagen van de kust naar Brasilia, in het midden van het land, over niet al te beste en onveilige wegen. Uiteindelijk hebben we besloten een afwijkende route te nemen die veilig zou zijn maar die niet door de Sertao (woestijnachtig binnenland van Pernambuco en Bahia) zou gaan. Het schoot wel op. Dusdanig dat we drie dagen in Lençois konden stoppen om het nationale park ´Chapada Diamantina´ te verkennen. Heerlijk om de benen weer eens actief te gebruiken. Een pittige dagtocht naar een waterval gemaakt en een mooie berg beklommen. Hoe klein de wereld is bleek op het plein van Lençois: ´Nee, moet je nou kijken!' riep iemand naar Angelique. Het bleek Ronnie, een ex-collega van haar te zijn. Na Lençois hadden we nog eens ruim 1100 kilometer naar de hoofdstad Brasilia voor de boeg. De wegen werden slechter en slechter: grote gaten, diepe en venijnige kuilen en op sommige stukken lag er alleen nog zand. Hier was het een waar ge-slalom van al het verkeer op zoek naar het beste stukje weg. Uiteindelijk in Brasilia aangekomen waar we dachten twee heerlijke culturele dagen voor ons te hebben. Helaas dacht de auto er anders over, deze heeft ons een avond in het ongewisse gelaten waarom opeens alle olie van de stuurbekrachtiging op de weg lag. Gelukkig bleek de volgende ochtend, dat de leiding de vele hobbels en kuilen niet overleefd had. Deze was gewoon doorgesneden langs een stuk metaal. Opluchting, want we vreesden even voor de pomp, en die is niet alleen duur, maar waarschijnlijk ook niet in Brasilie verkrijgbaar. Het was eigenlijk dubbel geluk, want na 2500 km over lange en eenzame wegen besluit de slang pas bij het parkeren voor het hotel het loodje te leggen. Het had zo anders kunnen zijn... Okee, nu weet je wat er kapot is en dan blijkt het geweldige van het land: de hulp van het hotel is vanzelfsprekend. Iemand van hun gaat mee naar een garage om de hoek, waar meteen alle andere werkzaamheden worden gestopt, een monteur meekomt naar onze auto (we konden er niet meer mee rijden) en drie uur later de boel heeft opgelost. Een probleem dat nog steeds op de agenda staat is de schokbreker. Deze was weliswaar in Recife vervangen door een alternatief maar de auto stond opeens verre van recht en de wegligging was verdwenen. Na een verfrissend bezoek aan de plaatselijke Chevrolet-dealer wisten we het al bijna zeker: een originele schokbreker zouden we in Brasilie never nooit gaan vinden. Toen we naar onze auto wezen (waar toch echt Chevrolet op staat) keken ze alsof ze water zagen branden. Inmiddels toch contact opgenomen met onze verzekeraar in Chili, want zoals het er nu naar uitziet zouden we nog 3500 kilometer over vaak slechte wegen moeten rijden voor we enigzins kans maken op de juiste schokbreker. We hadden het goed begrepen uit de polis: de verzekeraar stuurt ons een paar nieuwe schokbrekers. Service. Hopen dat ze op tijd in Brasilia zijn zodat we op tijd in Cuiaba zijn, waar de ouders van Angelique op 1 april op het vliegveld staan. Hiermee waren we er nog niet in Brasilia: de visa moesten worden verlengd. Zowel wij als de auto mochten drie maanden in Brazilie zijn, en dat is nu wel op. Dit bood ons de kans eens uitgebreid kennis te maken met de bureaucratie in dit land. Want, het is een heerlijk vakantieland, maar als je iets moet..... het verlengen van onze visa bij de Federale Politie viel in tijd mee, maar er zaten toch vijf fases in de procedure die een persoon in vijf minuten had kunnen doen. Nu duurde het anderhalf uur voor vijf balies. Maar toen de auto! Dit moest bij de douane gebeuren en die was volgens de medewerkster van de Federale Politie in het centrum. Navraag van Angelique bij zeven medewerkers leverde op dat we niet daar, op het ministerie van belastingzaken (want dat was het) konden regelen. We moesten letterlijk een deur verder zijn. Daar werden we nog net niet uitgelachen en werden we naar het vliegveld doorverwezen. Daar zat de douane. Op naar het vliegveld. Nog net voor delunch wist een mederwerkster ons te vertellen dat we op een ander deel van het vliegveld moesten zijn. Maar die zijn nu lunchen... Afijn, uiteindelijk bij de juiste persoon terechtgekomen en toen bleek het met een stempeltje te zijn gepiept. Zonder enige vraag, want het was een chef. Wij blij, dag verloren. We hebben na deze zware dagen best even stil gestaan bij of dit het nu is, reizen. En hierop volgend hebben we het een en ander op een rijtje gezet van de eerste 182 dagen, de helft van onze reis dus.
Tot zover wat statistieken. Hoe vinden we het nu eigenlijk zelf? We staan nog altijd achter onze keus. Het is heerlijk om met zijn tweeen en soms met meer, de vrijheid te ervaren. Op zoek naar leuke en mooie plekken en hopen dat je de leukste route hebt uitgestippeld. Genieten van de natuur en de mensen, de auto biedt veel extra mogelijkheden. Het bezoek van vrienden en familie ervaren we als erg bijzonder en een verrijking van dit jaar. Is het dan alleen maar gejuich? Nee, we hebben bestwel een beetje onderschat hoeveel geregel het reizen oplevert. Van reparaties tot reserveren en je informeren. Het aantal uren in internetcafe´s is aanzienlijk hoger dan we hadden ingeschat. Soms lijkt het een fulltime-baan. Misschien is dit moeilijk voor te stellen en klinkt het aanstellerig, maar jullie zien alleen het resultaat en de mooie foto´s. Gelukkig is tot nu toe alle moeite beloond. Steeds weer verbaas je je over nieuwe ontdekkingen, tips en eigen creativiteit. Jullie begrijpen het al: het wordt echt pas september voordat we terug zijn. Alvast een felicitatie aan mijn voetbalvrienden van Rivierwijkers. Ondanks een omkooppoging en een vechtpartij in de laatste wedstrijd, en (ik zeg het maar zelf) het ontbreken van mij, ziet het er echt naar uit dat ze kampioen gaan worden. Geef het niet meer uit handen! Jullie (en wij natuurlijk ook) hadden het bijna zonder foto´s moeten doen. Eerste was in Recife de geheugenkaart kapot gegaan, waardoor al foto´s kwijt. Toen bleek gisteren ook nog eens een cd-rom met 300 foto´s kapot was. Met hulp van een half internetcafe hebben we de boel toch weten te redden. Leve de digitale fotografie.... Duidelijke boodschap. Laatste dag met Bart toch maar niet gaan zwemmen in Recife. Af en toe rij je door een Socutera-spotje. Bijna drie maanden in Brazilie maar nog nooit heeft iemand tegen ons geklaagd. Blij dat de leiding hier niet is gesprongen. Op deze manier kan 30 kilometer erg lang duren. Hier lachten we nog. Zestien kilometer over keien door een beekdal is best zwaar. Een voorbeeld. Beloning was daar, een van de prachtige watervallen in de Chapada Diamantina. Een dag later boven op de Pai Igancio. Daar zit je dan. Uitzicht over Brasilia. Het is een futuristische stad die niet bepaald Braziliaans aandoet. Onworpen in de vorm van een vliegtuig (in de vleugels huizen, hotels en bedrijven, in de cockpit de regering en het busstation is de staart) en vol jaren 60 en 70 architectuur. De stad maakt wel indruk en geeft het gevoel van een trotse hoofdstad. De kathedraal van Brasilia. Met trots bedoelen we trots. Het parlement met daarachter een aantal ministeries, welke allemaal gelijk qua ontwerp zijn. Met deze boot gaan we naar Tefe. Dit is de Rei Davi (Koning David). De namen van de boten in de haven van Manaus lijken rechtstreeks uit de bijbel te zijn opgezocht. Zij aan zij lagen de Mont Sinai, de Jerusalem en de Nazareth. Tot over een week.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6-3-2005 | Vandaag zijn we met een enigzins weemoedig gevoel van Praia de Pipa naar Olinda gereden. De mensen die goed opletten denken nu: Olinda, daar zijn jullie al eens geweest. Juist, we zitten op de terugweg. Hoezo terugweg? Natal, vanwaar we naar Fernando de Noronha zijn gevlogen was het meest noordelijke punt van onze reis in Brazlie. Misschien dat we in Peru nog wat noordelijker gaan komen maar die kans is klein.
Fernando de Noronha was alles wat we ons er van hadden voorgesteld. Mooie natuur, prachtige wateren en een echt eiland-gevoel. Voor het eerst in ons leven waren we echt op een eiland. Niet een Wadden- of een Grieks eiland maar 400 kilometer van het vasteland midden in de oceaan. Bizar gevoel. Fernando de Noronha 17 bij 4 kilometer grote oude vulkaan in 4000 meter diep water. Er mogen maximaal 450 toeristen tegelijkertijd verblijven. De meeste mensen komen voor snorkelen en duiken, net als wij. Van de vier dagen dat we er waren zaten we meer onder dan boven water. Veel gesnorkeld tussen reuzeschilpadden, waarvan er een naar ons kwam kijken. Hierop besloot Bart toch angstvallig z´n edele delen te beschermen want die beesten hebben een forse snavel (wisten wij ook niet). Uiteraard ook vier duiken gemaakt. Ze waren allemaal spectaculair (voor ons als beginner maar ook voor de ervaren Bart met z´n 160 duiken). Haaien, dolfijnen, stroming, diepte, tunnels, grotten en veel ! golven. Ad z´n maag was hier niet tegen bestand, het ontbijt was voor de vissen. We willen Bart hier even bedanken voor de morele en techinische steun bij de duiken, zonder hem hadden we het wel erg spannend gevonden en hadden we er niet zo van kunnen genieten. Ook ziet hij beestjes en visjes die ons nooit waren opgevallen. Dank je wel. Tussen alle waterpret het eiland van links naar rechts en van boven naar beneden afgecrosst met een Buggy. Dolle pret en jeugdsentiment. Brazilianen zijn gek van het strand en hebben natuurlijk ook een top 10 mooiste stranden. De nummers 1 en 2 lagen beiden op Fernando de Noronha. De toegang tot nummer 1 is wel erg spectaculair. Je moet met twee stalen ladders zo´n dertig meter door de rotswand naar beneden klauteren. Angelique aarzelde maar ging toch overstag. En of het de moeite waard was! Meteen na terugkomst in Natal doorgereden naar Praia de Pipa. Een leuk stadje aan de zee. Hier wat gepoedeld en gevoetbald. Ad werd door wat Brazilianen keurend bekeken en uiteindelijk toch uitgenodigd voor een potje voetbal op het strand. Ok, ik kan nu zelf zeggen dat het Braziliaanse voetbal anders is. Niet spelen maar pingelen. Ik ben toch meer van de diepte en de pass. Maar helaas werd dat niet altijd begrepen. Na een uurtje moest ik afhaken want mijn voetzolen konden niet meer. Door het zand en het zeewater hingen de vellen er aan. Dan maar toepen onder het genot van. Nu dus weer in Olinda, waar we morgen nog naar twee wrakken gaan duiken. Dinsdag vliegt Bart terug naar huis en dan begint voor ons de grote doorsteek naar Bolivia. Onderweg vliegen we nog van Brasilia naar de Amazone maar eerst moet er flink gereden worden. Het is best een spannend stuk, het binnenland van de staat Pernambuco is straatarm en daarom zitten er stukken bij waar je ´s avonds echt niet moet rijden in verband met overvallen. Dit doen we sowieso al zelden maar met deze wetenschap rijd je toch wat minder prettig. En dan was er nog wat Hollandse geschiedenis. In deze streek hebben de Nederlanders onder leiding van Maurits van Nassau een tijdje gezeten. Uiteindelijk zijn we er na z´n 40 jaar weer uitgegooid door de Portugezen maar we hebben indruk gemaakt. Met hier en daar een fort, wat (nu smerige) kanalen in Recife, maar vooral een goed economisch systeem. Vooral om dit laatste stellen veel Brazilanen regelmatig dat het wat hun betreft beter was geweest als wij, de Hollander, Brazilie hadden gekolonialiseerd in plaats van die Portugezen. Ach, en dan heb je het maar niet over de succesverhalen Suriname en Indonesie, maar ben je gewoon even trots. Trotse Hollander voor het fort in Natal. Drie reizigers voldaan op een terrasje in Natal. Alledrie weer boven water. Fernando de Noronha. Geniet, dat hebben wij ook gedaan. Praia de Leao. Praia de Leao. Nogmaals Praia de Leao. Praia de Conceicao tijdens zonsondergang. Weer even later op Praia de Conceicao. Baia de Porcos. Praia do Sancho, het mooiste strand van Brazilie. Ons vervoermiddel, de buggy. Broertjes Tummers genieten van een welverdiende cocosnoot. De kust bestaat niet alleen uit hotels en barretjes. Sommige stukken zijn nog ongerept en puur. Met alleen af en toe een hutje. We hebben al heel wat veren en pontjes gehad maar dit was de kleinste en de spectaculairste tot nu toe. De terugweg is begonnen. In dit geval de BR101 ten noorden van João Pessoa.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25-2-2005 | Er is altijd wel iets met de familie Tummers: het ene stel vertrekt een dag te laat, de andere komt een dag te laat. Helaas voor Bart besloot de piloot van TAP-Air terug te keren naar Lissabon. De dag hebben we wel omgekregen, onze auto was bij het zien van de eerste garage van Recife door een schokbreker gezakt. Al enige honderden kilometers wisten we dat de linker voor-schokbreker vervangen moest worden, maar waar we het ook vroegen, niemand had zo´n ding voor onze auto. Totdat het ding echt kapot gaat, je bij een garage aankomt en iemand zegt: die hebben we niet. Toch alles eraf sloopt en na een uur met een alternatief aankomt. Onze monteur zag nog wat kleine dingen en zo zaten we zes uur lang bij garage Holanda (geen toeval). Resultaat: een nieuwe schokbreker (erg stug en de auto helt wat naar links) en verder helemaal niets. Alles wat er uitgesloopt is, is er ook weer ingegaan. De moker en het breekijzer zijn standaard uitrusting hierbij.
Maar een dag later was hij er dan toch: Bartelomeus Jacobus Tummers. In lange broek en lekker wit was hij een heuse verschijning in het tropische Recife. Al op het vliegveld kregen wij wat pakjes om te openen (drop, tijdschriften en andere lekkere Nederlandse dingen.) Waarvoor hartelijk dank! Hij moest een nieuwe suikermeter want de zijne was onderweg kapot gegaan. En hierdoor had hij meteen de eer Brazilie echt als Brazilie te leren kennen. Apotheek 1: hebben we niet, ga maar naar die en die. Apotheek 2: Nee hoor, hebben we niet, ga maar naar nummer 3. Bij nummer 3. Nee, hoor. Maar kijk eens aan de overkant, daar hebben ze ook bloeddrukmeters. Aan de overkant: Nee hoor, heeft het al aan de overkant gevraagd? Oh, probeer het nog even bij die electro-zaak. Daar: nee, probeer eens bij die bloeddrukmeter-winkel. Toch maar terug naar de bloedrukmeterwinkel. Nee, echt niet. Probeer de overkant maar. Toch maar terug naar de overkant. Apotheek nummer 3. Oh, het is een Baye! r-suikermeter? Die hebben we niet. Maar we hebben wel een ander merk. RRRRRRR! (Een dag later bleek Bart´s oude meter het weer te doen en konden weer terug). Welkom! Bart staat bekend als een fanatiek duiker en daar wij sinds kort ook onder water tussen de vissen mogen zwemmen hebben we meteen maar goed uitgepakt. Met een erg wiebelig bootje twee duikplekken bezocht. Niet zo maar duikplekken maar wrakken. De ene op 24 meter en de andere op 22 meter. Nu staat er toch echt in ons duikdiploma dat we tot 18 meter mogen. Het blijft Brazilie... Het duiken was prachtig. Twee schitterde wrakken en een partij vissen waar je u tegen zegt. En als klap op de vuurpijl een close-encounter met een reuzeschildpad en een enorme Rog (een soort platvis). Een wetsuit was niet nodig want zelfs op 24 meter diepte was het water nog 28 graden. Op naar Fernando de Noronha. We gaan nu op weg naar Natal en dan naar het duikparadijs Fernando de Noronha. Maar onderweg nog wat vaderlandse geschiedenis oprakelen. Men was er in Penedo van overtuigd dat de Hollanders deze kerk nog hebben gebouwd. Nu kun je veel van de Hollanders in den vreemde zeggen, maar bij mijn weten hebben ze nergens RK- Barokkerkjes neergezet. Maar omdat je niemand wil teleurstellen roep je maar: inderdaad, een typisch Hollandse kerk, wat mooi! Daar staan we dan. Op mijn vraag waarom de garage eigenlijk Holanda heet kreeg ik het prachtige antwoord: omdat de baas zo heet. Wat ga je doen als je zo lang moet wachten: lezen. Met z´n drieen op de boulevard van Recife. Klaar voor het onderwater-avontuur.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16-2-2005 | Salvador de Bahia, we zitten in de tropen. De broodplank gaat schimmelen, je zweet alweer van het afdrogen (wat heeft douchen dan voor zin?) en je blijft drinken. Maar de zee is hier altijd dichtbij. De afgelopen tijd voornamelijk op of rond het strand gebivakeerd. Het gaat op den duur wel wat vervelen maar oh, wat is dat water een heerlijke afkoeling. En laten we eerlijk zijn: Brazilie is strand. Dus we zwemmen, dutten, beachballen, lezen en houden foto-sessies als waren we fotomodellen. Ja, dat reizen is zwaar.
Salvador is een mooie stad, maar niet meer dan dat. Het is enorm toeristisch, met hordes backpackers en reisgezelschappen. Ivo was even achtergebleven op een eilandje, maar is gisteren weer aangesloten. Vanavond scheiden onze wegen definitief, wanneer wij verder naar het noorden trekken. Al met al was het een erg leuke tijd samen, niet normaal! Met de carnaval is het uiteindelijk helemaal goed gekomen. Een avondje hebben we de kat uit de boom gekeken, maar toen werden toch opgenomen in het feestgedruis. In Conceiçao de Barra had de plaatselijk carnavalsvereniging (de term leen ik uit Limburg, het heeft er in de verste verte niets mee van doen) voor voornamelijk lawaai gezorgd. Er was een vast podium en een grote vrachtwagen. Die vrachtwagen was wel erg bijzonder. Eigenlijk is het een rijdende luidspreker. Zonder te overdrijven denk ik dat de geluids-installatie van Tivoli er drie keer in past. Lawaai!!! Hierop speelde een band of een dj. Die truck ging rijden, maar omdat ie zo hoog was kon hij maar een blokje om, in verband met de electriciteitskabels. En dan danste de hele massa achter de vrachtwagen aan, als ratten achter de rattenvanger van Hamelen. Zo ging het door van 16.00 uur tot 4.00 uur. En als dat niet genoeg was reden er volop autos met muziek rond. Wordt er in Nederland vrij geirriteerd gekeken! als er zo´n housebak dreunend langsrijdt, hier wordt als reactie gedanst en gejuicht. Hoe harder hoe beter. En als het daardoor totaal niet meer klinkt, dat maakt niet uit. De carnaval werd afgesloten met een barbeque, via een Braziliaans meisje dat Ivo had leren kennen. Voor een cafe werd een auto geparkeerd (juist, voor de muziek) en een barbeque neergezet. En zo werd er lang en lekker gegeten en gedanst, door oma, door kleinkinderen, door een passerende zwerver, door iedereen die passeerde. Toch even iets over de Braziliaanse vrouwen. Ze laten er geen gras over groeien als ze iemand leuk vinden, dat wisten we al uit de Amazone. Zo werd ik (Ad) achter een karretje meegetrokken en werd me in het oor gefluisterd dat ik ´muito legal´ (heel tof) ben. Gelukkig voor Angelique was de dame in kwestie net 10 geworden... En voor wie nog meer reisverhalen wil lezen: Sandra en Juriaan zitten nu ook in Zuid-Amerika. Ook zij houden een site bij: jursan.blogspot.com. De rijdende luidspreker, ook wel Exterminator genoemd . Een kleine versie. De verkleedpartijen bleven erg beperkt. Weer een bizar landschap. Tot in september. Idem. Even niets aan m´n kop. Zoals al eerder verteld wordt het steeds armoediger. Eigenlijk was het schrikbarend hoe snel dit ging nadat we de grens van de staat Espiritu Santo naar Bahia overgingen. Binnen enkele kilometers verschenen er plastic krotjes van mensen die helemaal niets bezitten en daarom hun hutje in de berm gebouwd hebben, hopend op een gulle passant. Deze foto is genomen in een dorpje, met wel nog ´echte´ hutjes, waar we even zijn gestopt voor een cocosnoot. Zelfde dorpje. Als het regent veranderen de wegen razendsnel in modderpoelen. Leuk voor de auto. Snoepwinkel in het oude centrum van Salvador de Bahia. Straatbeeld. De carnaval is nog niet helemaal uit het straatbeeld verdwenen. Een Christus voor iedere stemming. Deze beelden worden gebruikt voor processies.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6-2-2005 | Het weer: zonnig met af en toe een bui.
Rio de Janeiro, die bizarre stad ligt al ruim een week achter ons. Van te voren zijn we door Jan en Alleman gewaarschuwd dat we absoluut problemen zouden krijgen, dat het supergevaarlijk zou zijn. De een raadde ons aan vooral Spaans te spreken, zodat we minder zouden opvallen, de ander was van mening dat je beter helemaal niet kon gaan. En deze adviezen kwamen allemaal van Brazilianen zelf. Enfin, toch een beetje gespannen richting Copacobana waar we een hostel gereserveerd hadden. Dit was dusdanig kut dat we op zoek gingen naar een alternatief. Dit was de eerste nacht een sex-hotel waar je kamers per uur kon huren. Lekkere airco en goeie douche maar de spiegel boven het bed en de plastic matras zorgden ervoor dat we de volgende dag weer verkasten. We zijn wel in de buurt gebleven zodat we Ivo iedere ochtend bij dezelfde koffiebar konden treffen. Heerlijk relaxte sfeer op straat tot we op een ochtend opeens knallen hoorden. Bleek dat er 100 meter vederop een agent was neergeschoten door iemand die een taxi wilde overvallen. Na een hoop geknal over en weer bleek uiteindelijk ook de dader door de politie te zijn doodgeschoten. Iedereen om je heen schrikt, de politie rijdt rond met enorme mitrallieurs, maar verder blijft men eigenlijk vrij rustig, bizar. Diezelfde dag met Nanko, een kennis van Ivo die in Rio ontwikkelingsprojecten (zie www.ibiss.info voor meer informatie) doet, naar vier verschillende favelas (sloppenwijken) geweest. Alle vier waren in een verschillend stadium van ontwikkeling wat betreft hygiene, infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg. Uiteindelijk met z´n allen behoorlijk aangeschoten (Nanko wordt de ´godfather´ genoemd omdat hij en z´n medewerkers zoveel goeds gebracht hebben... elke keer als hij een favela bezoekt, wordt hij als een koning ontvangen, dus veel bier en eten) en geshockt terug in de bewoonde wereld. Je hebt geen keus om bier te weigeren. Ze doen echt alsof ze je niet horen. Je bent immers met Nanko, dus goed volk, zodat ook wij in de watten worden gelegd. Op zich dachten we door het reizen een behoorlijk idee te hebben wat te verwachten, maar het is toch wel bizar als drugsbazen met grote guns je toestemming geven om de favela binnen te gaan en dat je met hen dan vervolgens op een pleintje bier staat te drinken en garnalen eet van hetzelfde bord. Een jongen wordt voorgesteld als een van de hoofdrolspelers uit Cidade de Deus, een realistische film over het geweld in de favela´s. Hij vertelde dat hij niets dan de werkelijkheid speelde. Het opmerkelijke is dat we ons geen moment bedreigd voelden, kinderen speelden op straat en iedereen wil met je praten en vindt het leuk dat je er bent, vragen over en weer. En dan wordt het een hele gezellige leuke boel. En bij Rio hoort voetbal en carnaval. Met z´n drieen naar het beroemde Maracana-stadion geweest, voor een wedstrijd om het kampioenschap van de stad Rio de Janeiro tussen Botafogo en Vasco da Gama. Het immense stadion loopt hiervoor met 60.000 toeschouwers toch nog halfvol. Een door de Vasco-aanhang gezongen ´lang zal hij leven´ bleek voor een oude bekende te zijn. Romario (de Romario) speelt bij Vasco op z´n 39ste nog een potje mee. Onopvallende wedstrijd verder (1-1). Aan het carnaval in Rio hebben we slechts geroken. Een bezoek aan een sambaschool gaf een leuke indruk maar het werd ons ook duidelijk dat het hun feestje is, dat je buitenstaander blijft. Via Tiradentes en Ouro Preto, twee oude koloniale stadjes in het binnenland (Minas Gerais) weer richting de kust waar we zijn neergestreken voor de Carnaval. Er aan ontkomen lukt je toch niet. Carnaval in Conceiçao de Barra betekent een hoop lawaai, drank en bikinis, maar ook voetbaltoernooitjes voor de kinderen en demonstraties van motorkunstjes. Vrij divers al met al. Na twee dagen hebben we ons nog niet in de feestmassa kunnen mengen. De eerste avond hier heerlijk zitten kletsen onder het genot van (achteraf teveel) caipirina en daardoor de carnaval al met een enorme kater begonnen. Vanavond een nieuwe kans.... Onder de noemer autoperikelen drie nieuwe hoofdstukken: (1.) een lek in de radiator (snel gelast) en (2.) we blijken al 4 1/2 maand onverzekerd door Zuid-Amerika te touren. Na een botsingkje (3.) op een bergweg (iemand vloog uit de bocht, grote schrik, slechts lakschade) toch weer eens de papieren erbij gepakt. Hieruit werden we niet veel wijzer, dus de vezekeringsmaatshappij gebeld. Nu bleek dat we buiten Chili niet voor onze eigen brokken verzekerd zijn. Dit bestaat niet en is dus ook niet mogelijk. Ons was verteld dat we bijna oververzekerd waren, dat ons niets kon gebeuren. Maar wat niet bestaat, daar heeft men het blijkbaar niet over. En het is in ons hoofd geen moment opgekomen dat het er niet bij zou zitten . Een moment van paniek kwam op, want wat doen we als we geen Wettelijke-aansprakelijkheidsverzekering kunnen krijgen? Doorrijden op goed geluk (het gaat al 18.000 km goed) of de auto naar Chili sturen en met de bus verder? Gelukkig niet lang hoeven na te denken, w! ant via het internet kwamen we uit bij een verzekeraar (in Rotterdam) die een passende verzekering aanbood. Opluchting al om. ´Straatbeeld´in favela. Hier is IBISS, de organisatie van Nanko pas net begonnen. De jongen links zat tot voor kort in de drugs. Nu is hij verantwoordelijk voor de opbouw van de wijk en heeft ons uitgebreid verteld over deze favela. Nanko en Ivo wachten totdat een bewoner een bruggetje heeft gemaakt. Aanleg van riolering is ook een prioriteit. Een proost op het aanstaande carnaval. De man met de tv kwam speciaal aanrennen om ook op de foto te mogen. We werden enthousiast begroet door de jonge bewoners die zich uitsloofden om gefotografeerd te worden. In de bar. De rij bierflessen zou nog veel langer worden. Links Cloe, een Australisch meisje die met ons, in plaats van de bijna geboekte ´favela-safari´ (een commercieel bezoek aan een favela), mee was. Trommelaars oefenen voor carnaval, dat zeker in de favela´s uitbundig gevierd wordt. Een van de beeldmerken van Rio de Janeiro: de ´Pao de Azucar´. Uitzicht over de Copacobana vanaf de Pao de Azucar. Met z´n drieen in de auto, ieder z´n bezigheid. Typisch landschap. Soms staan er bordjes maar meestal zijn ze akelig goed gecamoufleerd. Met verkeersdrempels wordt je doodgegooid in Brazilie, en ze zijn nogal heftig ook. Bij Ouro Preto een oude goudmijn bezocht. Met een treintje aan een kabel 120 meter de bodem in. Net als de Efteling. Geen spoken maar minstens zo spannend. Paard en wagen duiken steeds vaker op in het straatbeeld. Hoe noordelijker, hoe armer Brazilie wordt. Dit is onze uitvalsbasis met de carnaval in Conceiçao da Barra. In de vloedlijn. Zoek de verschillen met de Vasteloavend in Limburg.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
28-1-2005 | Okay, nu Juriaan en Sandra vertrokken zijn op hun reis is het tijd voor wat eerlijkheid. Is het reizen eigenlijk wel zo leuk? Als het al 12 dagen achter elkaar regent, soms hard soms zacht, maar 24 uur per dag nattigheid, nee dat is niet zo leuk. We waren namelijk op een van de mooiste stukjes, namelijk de Brazilaanse kust tussen Sao Paulo en Rio waar het regenwoud (ja he, he denken jullie nu) tot aan de oceaan rijkt en groene bergen worden afgewisseld met witte strandjes en blauw/groene wateren. Als de zon schijnt. Nu was was alles grijs, net als bij jullie. Wat brengt al die regen nu met zich mee aan ´ongemakken´: de auto en de spullen worden nat, ook van van binnen en niets droogt meer, je kunt niet duiken (en daar hadden we ons zo erg op verheugd) omdat de rivieren zoveel troep de zee in spoelen dat je onder water geen hand voor ogen meer ziet. Via onze Paulistische vrienden hadden we een uitnodiging om een dag gebruik te maken van een speedboot, met kapitein!
en al. Maar om twaalf uur, na wel mooi gesnorkeld te hebben, vroegen we bibberend en vol kippevel aan de kapitein of hij ons alsjeblieft weer aan wal kon brengen. Het mooie landschap verbergt zich achter de wolken, en alles verandert in een modderpoel. En dan de muggen.... Thuis ken je ieder zwart stipje op de slaapkamermuur wel en zie je in een oogopslag waar die verrekte mug zit. Hier moet iedere kamer eerst op verkenning gaan, kijken wat al aan platgeslagen materiaal op de muren kleeft, en dan nog is het voldoende. Dan maar naar Rio de Janeiro, de stad waar het altijd zonnig en warm is, waar iedereen de godganse dag op het strand ligt of loopt.... En inderdaad, de dag dat we naar Rio reden scheen de zon! Met de ramen open reden we de Copacobana op, op zoek naar een hotel. Nog even lekker aan het strand gezeten, met een prachtige Pao do Azucar (grote rots midden in de stad) op de achtergrond. Stilletjes aan zagen we ook de bliksem dichterbij komen en ja hoor, die nacht barstte het noodweer los. En nu, drie dagen later, regent het eigenlijk nog steeds. Niemand weet wanneer de zon weer komt, alleen weet iedereen je te vertellen dat Rio met regen Rio niet is. Lekker dan... Ondertussen zijn we met z´n drieen, sinds woensdagavond is Ivo hier. Hij had wel dropjes maar geen zon bij zich. door het weer geen duidelijke plannen hoe lang we hier blijven en wat we gaan doen. Waarschijnlijk trekken we zaterdag of zondag richting Belo Horizonte, het binnenland in. Het bovenstaande kan allemaal een beetje als gezeur overkomen, dat is het ook. Je gaat op zoek naar mooie plekjes en danis het erg jammer als het weer je beperkt. Maar we komen er niet voor terug, want zoals we allemaal wel weten: na regen komt zonnenschijn. Onze buurvrouw in Paraty. We liegen echt niet over de regen. Nee, echt niet. Angelique waant zich even in Miami Vice, maar werd bibberend wakker uit haar droom. Hoezo helder water? Nee, het is geen enge tropische ziekte, maar het werk van overactieve muggen. Gelukkig wordt Caladril (een anti-jeuk middel) hier, in tegenstelling tot Nederland, wel nog verkocht. . Ad op de Copacobana. Het is inderdaad een mooi strand, maar waar zijn die lekkere wijven en mooie mannen? Leuk weerzien.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18-1-2005 | Na het behalen van het duikbrevet zijn we naar Braziliaanse vrienden in Florianopolis gegaan. Of vrienden, we hadden hun een uurtje tijdens het ontbijt ergens in Chili ontmoet. Toen hebben we meteen een uitnodiging gekregen en e-mailcontact gehouden. Beiden hebben een goede baan en zo werden we dan ook in een kast van huis met zwembad onthaald. Een welkome verrassing aangezien het ongedierte op de camping aardig begon op te rukken. Veel gegeten (vooral vis en garnalen), gezwommen en gelachen en het was dus heerlijk weer eens in een huis te zitten. Met een aantal tips op zak zijn we richting Curitiba vertrokken. Beide tips vielen door de vele regen onderweg letterlijk in het water. Een tip was een aantal watervallen maar aldaar aangekomen zag je weinig verschil tussen de weg en de rivier. Enfin, maar in een keer doorgereden naar Curitiba. Dit was een prettige stad waar we wat regelzaken gedaan hebben en 's avonds tussen de studenten op het terras hebben gezeten. Overal traden leuke muzikanten op, lekkere muziek en een goeie sfeer. Vanuit Curitba dat op bijna 1000 meter ligt vertrekt naar de kust. Dit traject staat bekend om de mooie en spectaculaire landschapswisseling. Als pauze tussen de volgende grote stad (Sao Paolo) zijn we in klein kuststadje neergestreken. De Lonely Planet had er geen goed woord voor over dus was er geen toerist te bekennen. Wel iedere avond muzek voor de kerk. Vanaf een terras genoten van hoe het dorp uitliep, erg grappig. Jong en oud loopt door elkaar en dan vraag je je toch af waar! om er in Nederland toch altijd een oppas geregeld moet worden. Hier gooit men een doekje over de kinderwagen, net als bij een parkiet, en laat het bier maar komen. En het werkt! Overdag lekker langs het strand gewandeld en een potje beach-ball gespeeld. Nu dus in Sao Paolo, met 17 miljoen inwoners een grote stad. We zijn hier beland op uitnodiging van de familie die we op de zandweg hebben ontmoet. Zij stonden er op dat we langs kwamen en alleen maar strand en bergen geeft je ook geen compleet beeld van een land. Vandaag een dag van extremen: 's Ochtends naar een superluxe winkelcentrum, 's middags naar een favela, een krottenwijk. Hier loopt al zo'n vijftien jaar een project, omvat educatie, gezondheid en voorzieningen, om de boel vooruit te helpen. De succesfactor is dat het voortkomt en gedragen wordt door de bewoners zelf. Het is een succes, Elis, onze gastheer, was er zes jaat geleden geweest en toen was de buurt een regelrecht zooitje met hutjes van ho! ut en plastic en een open riool er dwars doorheen. Hij herkende hier n og maar weinig van: de huizen zijn nu voornamelijk van steen en op de plek van het open riool ligt een voetbalveldje. Meer informatie: www.monteazul.org.br Eigenlijk staan we perplex van de Braziliaanse gastvrijheid. Als Nederlanders vraag je je af wat het mensen bezield om twee man die je amper kent in huis te halen, die zeer ruim eten en drinken verstrekt en ook nog eens cadeautjes geeft. Het is meer dan hartverwarmend en voor Nederlanders ongekend. Wij zouden er een voorbeeld aan moeten nemen. Op weg naar onze eerste duik. Bij Hamilton en Sonia op bezoek. Sleeen in de duinen. Je was zo beneden maar naar boven, dat was andere koek. Angelique in actie. Het landschap verandert en wordt steeds tropischer. We wanen ons door de bananen zo nu en dan weer in Honduras. Alleen waren ze daar niet te koop en krijg je ze hier overal. De trein vanuit Curtiba. Met een slakkengang de bergwand af. Een keer met de trein is leuk, maar eigenlijk zijn we maar wat blij met onze auto. Lekker flexibel en een stuk sneller. Lekker en dorstlessend, een cocosnoot! Dorpsfeest in Iguape. Om het appartementencomplex waar we in Sao Paolo logeren binnen te komen moet je met de auto door een soort sluis. Dit om kidnappingen te voorkomen. Men is aardig paranoia hier. Dan vormt dit een aardig contrast. Een blik op favela Monte Azul. Het was er kijken en bekeken worden. Afvalscheiding is hier een vorm van geld verdienen. Een familie leeft hiervan. Dit is op het centrale plein van Sao Paolo. Het loopt tegen carnaval en daarom overal optredens van sambascholen. Het swingt en het zingt en het klapt en dat is voor ons stijfkoppen even wennen. Aan tafel bij Elis en Sofia. Het oranje shirt is geen toeval, het was ons cadeau.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11-1-2005 | Omdat onze camera het onder water niet doet zijn er geen foto's van maar we kunnen meedelen dat we beiden geslaagd zijn voor het duikbrevet. Verder kan ik melden dat we nu in Curitiba zitten, zo'n 400 km ten zuiden van Sao Paolo. Brazilie is hier nog steeds niet het Brazilie dat je zou verwachten: behoorlijk welvarend en schoon, Europees qua uiterlijk, zowel mensen als steden. Maar ten noorden van Sao Paolo gaat dat zeker veranderen. Binnenkort meer + foto's.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4-1-2005 | Morgen een spannende dag voor de boeg: we hebben theorie-examen voor de duikcursus. Gelukkig is de duikschool zo vriendelijk (of dom?) geweest ons de examenopgaven al te geven. Zij spreken namelijk nauwelijks Engels en dachten ons dus oefenstof meegegeven te hebben. Wij blij, tenzij er iets helemaal misgaat. Nog een dag zwembad en dan naar zee...
Momenteel kamperen we op het Ilha de Santa Catarina, bij Florianopolis, Brazilië dus. Het weer is dusdanig dat we vandaag hebben geinvesteerd in 36 m2 plastic om ons hebben en houden droog te houden. Jullie begrijpen het al: regen. Al was de tent in Nederland uitgebreid getest (er had een nacht een sproeier op gestaan), de sub-tropische buien van hier zijn toch wat te veel van het goede. Na menig buurman gezien en uitgelachen te hebben over hun noodconstructie blijkt dit toch helemaal niet stom te zijn... Het was kerstnacht allemaal nog goed gegaan: om een uur of elf begon een noodweer en dat duurde en duurde. Maar alles bleef net droog. Volgende dag bleken onze Duitse buren naar de speelhal gevlucht te zijn maar wij zaten droog. Verder zag kerst er voor ons rustig uit. Het tropische oord Chuy bleek een achterlijk gat. Beiden de familie uitgebreid gesproken en dat was best wel fijn. Het lijkt er op dat uitbundig Kerst vieren iets is voor welvarende gebieden. Als je weinig geld hebt zul je ook met Kerst gewoon moeten werken en is alle versiering te duur. Kortom, er viel in Chuy weinig te merken van de kerstman en z'n arreslee. Na Kerst wel weer in voor een avontuur. Eerst maar eens de grens naar Brazilië over. Dit bleek een langdurige kwestie, niet door formaliteiten maar door een praatgrage en grappenmakende douanier. Lachend de grens over dus. Op de kaart hadden we een prachtige (weliswaar gestippelde) weg van Rio Grande naar Porto Alegre gezien langs een soort lagune. Navragen leverde geen duidelijkheid op. Maar wat kan ons gebeuren dachten we... Enfin, een dag en slechts 40 kilometer verder wisten we wel beter. De weg veranderde na 10 kilometer in een veredeld duinpad waarin we al snel een keer vast kwamen te zitten. Iets verderop stond nog een auto met een compleet Braziliaans gezin vast. Met hun besloten door te zetten wat uiteindelijk een hoop geduw, gelach, gezweet en gevloek maar weinig kilometers heeft opgeleverd. Samen met de familie gegeten en overnacht en we zijn meteen ook maar uitgenodigd om hun in Sao Paolo te bezoeken. Oud en Nieuw hebben we uiteindelijk in Laguna, een badplaatsje, gevierd. Een hoop lawaai en lekker warm. Best een leuke mix. Het is hier zomervakantie en dat maakt dat alles wordt overspoeld door vakantievierende mensen. Opvallend veel Argentijnen maar voornamelijk Brazilianen die voor enorme files zorgen. Verder denken de Braziliaanse chauffeurs allemaal dat ze Senna zijn en dat levert zo nu en dan spannende taferelen op. Zelfs de stoplichten hebben een Formule-1 uiterlijk, met teruglopende rode lampen voordat het scheuren weer verder gaat... Wat kunnen we na een week zeggen over de Brazilianen: ook al is het hier in het zuiden af en toe totaal anders dan je je bij Brazilië voorstelt (er zitten een hoop Duitse afstammelingen en je weet wat Duitsers voor een smaak hebben en er is relatief veel geld), toch zijn de Brazilianen tot nu toe erg leuk. Ze kennen allemaal PSV, ze houden van kamperen (vooral met campers van minstens 30 meter), zijn razend nieuwsgierig en vooral gastvrij. Enige probleem is de taal: zij verstaan ons Spaans wel, maar wij begrijpen vaak geen snars van hun theatrale spraakwatervallen. Verder houden ze hier van muziek. Niet in je huis maar in je auto, op straat. De kofferbak gaat open en een discoinstallatie waar je u tegen zegt blaast je tegemoet. En er staat niet een zo'n auto geparkeerd langs het strand. Iedere zoveel meter worden je oren weer verwend. Erg grappig maar omdat ze voornamelijk een en hetzelfde nummer draaien, een lokale versie van O-Zone - Dragostea din tei. Voor de voetballiefhebbers: ik sta hier in totaal 7 wereldkampioenschappen. Met m'n linkerbeen 2 voor Ururguay, met m'n rechter in de 5 van Brazilië. De hoofdstraat van Chuy/Chui is verdeeld tussen beide landen. Een prachtig strand maar niet het tropische plekje waar we de kerst hadden willen doorbrengen. Heerlijk uitgewaaid. Geen kalkoen of chique gerechten maar lamsbout en groentenprutje. Straatbeeld Idem Daar sta je dan. Het zag er op de kaart zo goed uit. Op dit moment wisten we nog niet dat we die dag goede vrienden zouden worden met deze mensen. Dit keer konden we hun niet meer helpen. Maar op de een of andere manier doken er overal langs de route tractoren op en ze hadden allemaal tijd en zin om te helpen. Toeval? Op de goede afloop. Ook wij hebben de nodige voorzorgsmaatregelen moeten nemen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|